Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar.
Ayacucho
Webwinkel   Sitemap | U bent hier > Weeshuis > Archief > Nieuwsbrief 27 december 2007 - dit is pag 1 | ga naar pag 2

Go to MP3player

Nieuws uit Peru

Beste vrienden,

Op 5 november 2007 was het weer zover. Met volgeladen reiskoffers vertrokken de beide monniken midden in de nacht naar de luchthaven van Zaventem. Zoals stilaan gebruikelijk is, bracht Eddy ons langs een reeds drukke autostrade naar de nog drukkere luchthaven. Dit was de tweede keer dat we met een elektronisch ticket reisden, wat toch een eigenaardige ervaring is. Men gaat met de reispas naar de balie, en alle gegevens zijn beschikbaar. Wat als de computer dienst weigert??? Het inchecken verliep moeiteloos en door de goede zorgen van de de Heer Ryfranck, commercieel directeur van Iberia werd er geen enkele opmerking gemaakt over de 4 koffers en de twee stuks handbagage. De koffers waren, zoals gebruikelijk, gevuld met allerhande gerief voor de kinderen van het tehuis, vooral veel kledij en kerstversiering -dit is immers ontzettend duur in Peru. Men durft er zelfs tot 5 US Dollars vragen voor één glazen kerstbal.- Er was ook een koffer, gevuld met de zaden die wij van HORTIPLAN hadden gekregen.

Er was nog steeds heel wat te doen over vloeistoffen en tubes tandpasta. Een aantal dames moesten hun parfums achterlaten –wat op enig verzet stootte, en zelfs onschuldige waterflesjes werden geconfisqueerd. De metaaldetectie stond op scherp, wat mij een extra controle opleverde en ik weet nog steeds niet waaraan dit te wijten is, gezien ik zelfs mijn sandalen had uitgedaan.

Gelukkig bood Marie-Louise, in het gezelschap van Gertrudis, ons een ontbijt aan in de luchthaven, want op de vlucht naar Madrid wordt niet eens meer een glas water aangeboden. Je kunt het wel KOPEN, maar de prijs is niet echt lucht-ig te noemen, integendeel. Maar dank zij het ontbijt met een kannetje sterke koffie was onze maag bestand tegen de nog acht uur lange wachttijd, want pas na het opstijgen uit Madrid werd ons het eerste voedsel verschaft door Iberia.

“El aeropuerto Barajas” van Madrid, een metalen monster, dat zich als een olievlek steeds verder uitbreidt. Was het vroeger een hele toer om op de juiste plaats te geraken, nu is het een soort puzzel geworden, waarbij men alle soorten vervoer in of op moet: glazen kasten, die als lift dienst doen, een supersnelle moltrein (ondergrondse) zonder conducteur, in dewelke men zich stevig moet vasthouden of bij het stoppen belandt men op de schoot van een medepassagier, bewegende vloeren,… en men heeft niet eens de tijd om op alles acht te slaan… en toch leeft men in angst te laat aan te komen bij de juiste uitgang. En zalig het geduld… we werden aan de spaanse grens tot het uiterste op de proef gesteld door een politieagent, die blijkbaar net van de lagere school af was en nog moeite had met lezen…

Na het belanden op de juiste plaats, en na het uitblazen van het jachtige geren, konden we dan inschepen. Een vierhonderd passagiers stonden ongeduldig, en misschien zoals wij, hongerig te wachten om toegelaten te worden in de stalen walvis, die één na één mensen opslokt en ze laat verdwijnen in zijn onverzadigbare buik. Mensen, die deze vlucht hebben meegemaakt, weten welke verveling zich meester kan maken van iemand, gekluisterd aan een zetel, zonder veel mogelijkheid tot beweging en met de stomste films, die ooit in Hollywood zijn gemaakt of vertoond. Dertien uur… wachtend op de aankomst, met kwetterende passagiers, die aan elkaar uitleggen HOE Peru er wel uitziet… dat hadden ze dan gelezen in één of ander boekje of reisgids, maar waarbij men steeds weer bemerkt dat dit alles geen enkele voeling heeft met de werkelijkheid van het land, waar ze weldra zullen landen.

En wat steeds iemand in verbazing brengt: blijkbaar is men toch meer geïnteresseerd in een hoop op elkaar gestapelde stenen, hoe indrukwekkend ook, dan in levende mensen, die uiteindelijk het land bebouwen, bewerken, in stand houden of… afbreken.

Maar het is goed de inleidende woorden van Tad Williams op zijn grote roman in gedachten te houden, nu wij voor de twaalfde maal naar Ayacucho vertrekken: “Hij die zeker weet dat hij het einde van de dingen kent wanneer hij er pas aan begint, is óf buitengewoon wijs óf buitengewoon dwaas; hoe het ook zij, hij is vast een ongelukkig mens, want hij heeft een mes in het hart van de verwondering gestoken.” Dus oppassen geblazen zodat de verveling van het vliegtuig niet doorspelen zal op de contacten met de mensen die we gaan ontmoeten.

In Lima is men al evenzeer aan het verbouwen in de luchthaven, en tot mijn grote spijt stappen we niet meer uit op de macadam van de luchthaven –interessanter, want dan gingen zowel de voorpoort als de achterpoort open- maar moeten we langs een luchtpijp, die als een navelstreng met het vliegtuig is verbonden. Dus 400 mensen moeten allen door één enkel poortje naar buiten. Het gedrang is dus behoorlijk, want elkeen verlangt naar een hapje verse lucht en naar een beetje beweging.

De reuk die u tegemoet waait heeft een bijzonder parfum: een mengsel van rottende vis en bedorven vlees dat geroosterd wordt op de afgedraaide olie van auto’s. Van zodra men de luchthaven verlaat komt men terecht in een eeuwig carnaval van toeterende auto’s, gillende radio’s en drukgebarende mensen, met rondom, in plaats van kerstversiering, de opdringerige neonreclames van hotels, speelholen en handelszaken. Heel bizar… In de late namiddag werden we dan nog “ver-gast” op de neerslag van de kilometershoge wolk, die zich over de helft van de stad had uitgebreid. Een verffabriek was in de vlammen opgegaan, en er was geen water om te blussen! Tijdens het rondkuieren op de Indiaanse markt, vonden we een prachtig schilderij op fluweel. Het leek zo sprekend op Victor, één van onze kinderen, dat we besloten het te kopen. Het hangt nu te pronken in het klooster.

Na een wel erg korte nachtrust vlogen we naar Ayacucho, waar we in de luchthaven werden opgewacht door de kinderen van het tehuis, en een hele bende kinderen van de buurt Yanama. Onze kinderen hadden het deze keer erg zwaar met hun emoties, en Victor kon het huilen zelfs na een half uur nog niet laten, en normaliter is het een jongen die nooit zijn gevoelens toont.

Met een volgepropte minibus dan maar bergopwaarts, omstuwd door glunderende gezichtjes, en met te kleine knieën voor alle kinderen die hun aanhankelijkheid willen betonen. Bij de aankomst op de berg: glunderende gezichten van de medewerkers, en enthousiast kwispelende staarten van de honden, die blijkbaar een uitermate goed geheugen hebben.
Na iedereen te hebben begroet werden we vergast op een kop koffie en een ontbijt met onze “familie”. De kinderen hadden vrij gekregen op school, omdat hun “vaders” waren aangekomen. Na een welkom ontbijt met een kopje nescafe en aan huis gebakken brood, omringd door glunderende gezichten, begonnen we aan de verkenningstocht van het huis, de dieren en de velden.
Wat meteen opviel was de netheid van het huis, en de kledij van de kinderen, proper gewassen en zonodig hersteld. De kapper is heel kordaat, en snijdt alle haar tot op enkele millimeters. Lijkt heel modern, maar geeft mij toch ergens het gevoel, ouderwets als ik ben, van een tuchthuis uit het verleden. In elk geval kunnen de jongens elkaar niet letterlijk in de haren zitten. Het voordeel is natuurlijk ook dat luizen onmiddellijk op te sporen zijn, en ze komen menigmaal terug van school met dergelijke diertjes, die blijkbaar graag eens verhuizen.

De cavia’s zijn enorm toegenomen, een populatie van ongeveer duizend diertjes, die luid gillend hun bizarre kreetjes slaken telkens iemand de deur maar durft te naderen. Ze zijn goed gevoed en leven in voldoende hygiënische omstandigheden zodat ze niet ziek worden. De onderlinge vechtpartijen zijn echter moeilijk te voorkomen, waardoor soms één van de dieren gekwetst wordt. Dit verdwijnt dan, tot grote vreugde van de kinderen, in de pot, want ze vinden het de grootste lekkernij.

De aanwezige koeien, ras Brown Suisse, zijn er goed gekweekt uit, en twee ervan zijn hoog zwanger. We hopen de kalfjes te zien tijdens ons verblijf. De kinderen weiden in de namiddag de koeien op de berg, en genieten ondertussen van een heerlijke speeltijd, waarbij de voetballen, elkaar af en toe treiteren, een nieuw spel uitvinden, enz…

Maar we moeten denken aan de komst van onze weldoeners uit Belgenland. De tijd is kort en er valt nog heel wat te doen. Het opslaan van de uit België gekomen bedden, het schoonmaken van de kamers, waarbij een spinnenjacht op touw worst gezet zonder mededogen. De meeste van deze insecten zijn immers zwaar giftig. De beet van de zwarte weduwe, die gelukkig nog zelden in huis komt, is dodelijk, tenzij in de eerste paar uur een bloedtransfusie toegediend wordt, … en de vraag is of uw bloedgroep in het ziekenhuis van Ayacucho wel te vinden zal zijn! De tarantula is evenmin te vertrouwen, en zoekt wel binnen te dringen. Ze is afgrijselijk om te zien, met haar opgeblazen en stekelig lichaam, haar groen oplichtende ogen, en haar bijzonder harige poten.

De kinderen zijn erg bezig en zenuwachtig bij het wachten op het hoge bezoek. Ze vinden het erg spannend nieuwe medeburgers vanuit Vlaanderen te ontmoeten, en ze hopen stilletjes dat Sinterklaas de bezoekers zal vergezellen, … en ze werden niet ontgoocheld.

Dan breekt de dinsdag aan, en na hun terugkeer uit de school lopen ze steeds maar naar het kruis waar ze de weg kunnen overzien, in de hoop het busje te zien arriveren met Señor Hendrik en zijn medereizigers. Het wordt donker, en ze moeten de wachtpost node opgeven. Na herhaald vals alarm, waarbij de hele bende naar buiten stormt om de bezoekers welkom te heten, bleven ze toch gespannen luisteren naar elke auto die op de weg beneden langskomt. Eindelijk! Daar zijn ze. Het lijkt wel of de kinderen duizend armen hebben om te helpen bij het uitladen van koffers en rugzakken. Zo wordt een koning niet verwelkomd!

Maar laten de bezoekers nu zelf hun woordje doen. Hier zijn de namen van wie ons dit jaar bezochten: Hendrik Blomme, directeur van het bejaardentehuis te Nieuwpoort, Kris Vandecasteele, schepen van de stad Nieuwpoort, Eddy Louwie, voorzitter van de atletiekbond, Greet Ardies-Vyncke, schepen van de stad Nieuwpoort, Christine Monsieur-De Vliegher, voorzitter van de MS-Liga.

 

Kris Vandecasteele aan het woord:

Donderdag 5 augustus 2004. Dat was de laatste dag dat ik het ontwikkelingsproject op de berg Yanama in werkelijkheid gezien heb. Ondertussen zijn we drie jaar later en bezoeken we het project met 5 personen: Hendrik, Eddy, Greet, Christine en ikzelf. Vandaag is de derde dag van de reis tussen Nieuwpoort en Ayacucho en komen we toe op de bushalte van onze eindbestemming. Nathaly, een Peruviaanse die nog een jaar in België gewerkt heeft en eigenlijk wel terug wil komen naar België, heeft een busje geregeld en staat met enkele personen ons op te wachten. Wat een service! Ik stap als eerste van de bus en Nathaly geeft me een dikke knuffel. Even later knuffelt ze ook Hendrik. Fijn; het is prettig om hartelijk ontvangen te worden.

We stappen allen op het minibusje en vertrekken voor de laatste zestien kilometer naar Yanama, een stukje Nieuwpoort in de Andes van Peru. Daar aangekomen wappert fier de Nieuwpoortse vlag.

We maken kennis met de hartelijke ontvangst van de weeshuiskinderen, de twee vaders en de andere verantwoordelijken: het voelt aan als een beetje thuiskomen. Ondertussen zijn de helft van de gebouwen bijgebouwd of vernieuwd. In het donker krijgen we een kleine rondleiding van vader Joan. Ik ben zeer geïnteresseerd in de verschillen en de evolutie van de voorbije jaren. Ook de tijd heeft hier niet stil gestaan. Er is veel veranderd: een nieuwe stal voor de koeien, de cavia’s en de konijnen hebben een ander onderdak, de eetzaal staat er en het kleine dispensarium is afgewerkt. We krijgen mooie kamers toegewezen; een voor de mannen en een voor de vrouwen. Ook hebben we de beschikking over een gemeenschappelijke douche en toilet.

We worden de dag erna verwacht op het stadhuis van Yanama, waar de plaatselijke burgemeester ons ontvangt ter gelegenheid van de verbroedering tussen Nieuwpoort en Yanama. Een volledige dag krijgen we een rondleiding langs de verschillende landbouwprojecten en ook een kleine biogasinstallatie. Ook de historische site van Quinua en Huari zijn in het programma inbegrepen. Vader Thomas heeft last van de hoogte, evenals ons Christine. ‘Mate de coca’ helpt wel een beetje tegen de hoofdpijn.

Een gewone dag op het weeshuis ervaar ik op de volgende manier: De kinderen gaan hun gewone gang en eten ’s morgens om 7u. Mama Rosa, de moeder van Nathaly, slaagt er in om degelijke en lekkere maaltijden op de tafel te presenteren en vooral de vele speciale koeken springen in het oog. De mannen krijgen een koek in de vorm van een paard. Deze koek gaat vlot binnen. Het valt op hoe veel rijst er gegeten wordt, en hoe weinig fruit. Het valt op bij onze dames en bij de verscheidene inkopen die gedaan worden ten voordele van de kinderen, kopen ze telkens fruit.

Na het ontbijt maken de kinderen zich klaar voor het schoolgaan. Ze vertrekken via de achterdeur en langzaam worden ze kleine stipjes die de berg afdalen. Na het school keren ze kort na de middag terug naar het weeshuis, eten ze hun middagmaal en vullen ze de rest van de dag met karweitjes of sport en spel.

Naast de vele directe steun zoals nieuwe sportschoenen, chocolademousse, chocolademelk, rozijnen, schoenen voor de dames en medicijnen, ben ik eigenlijk vooral bezig met de structurele oplossingen voor dit project. Het is wel prettig om de kinderen eens te verwennen (ook voor ons), maar mijn achterliggende doel is om het levenspeil omhoog te helpen. Gelukkig hebben we er niet voor gekozen om verdere vragen te stellen in verband met een “overhandigingsfeest”, want op een bepaald moment vond ik dat wel niet meer gepast. We hebben misschien wel de middelen ter beschikking te stellen, maar eigenlijk moeten we enkel weten wat er met het geld gebeurd, zonder daar veel randvoorwaarden aan te koppelen.

We hebben het goed in West-Europa en ik ben blij dat we dit kunnen delen met de armere delen van de wereld.

Met vriendelijke groeten,
Kris

 

... lees verder op pagina 2...dit is pag 1 | ga naar pag 2

 
© copyright 2003 - Broederschap Aartsbisschop Joan - alle rechten voorbehouden