Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar.
Ayacucho
Webwinkel   Sitemap | U bent hier > Weeshuis > Algemeen

Go to MP3player

Reis naar ... ellende in Peru

Vandaag mag ik dus de reisleider zijn en gaan we een verre reis ondernemen, maar gelukkig voor elkeen, zal deze niet zolang duren als ze in werkelijkheid duurt. De vlucht die ongeveer 13 uur duurt vanaf Madrid is een langzame marteling, een kwelling zowel voor de geest –door de zinloze films waar ze u op trakteren- als voor het lichaam –men heeft het gevoel dat men helemaal opstijft en dat langzaam maar zeker een hele kolonie mieren over uw ledematen kruipt, één van de plagen van Egypte waar geen einde aan schijnt te komen. Samen willen we de oceaan  oversteken en het vasteland overvliegen van Zuid-Amerika, tot we aanlanden in de miljoenenstad Lima, de hoofdstad van Peru. Peru, een magisch woord, een land van onze kinderdromen, het land waar Kuifje zijn avonturen beleeft en waar ook Jommeke zich niet onbetuigd heeft gelaten. Peru, het land van de Inca, het land met zijn grootse bouwwerken uit vervlogen tijden, en met zijn schatten aan goud – maar leeg geplunderd door hebzuchtige mannen, op bevel van geldgierige koningen, die jammerlijk genoeg ook nog de edele naam van Christus droegen.

Ik bespaar u de beschrijving van deze dubbelzinnige stad, waar stank en kostbare parfums met elkaar wedijveren, waar pronkerige rijkdom rivaliseert met de schrijnendste vormen van armoede in de sloppenwijken. Ik bespaar u het gezicht van een man, die zich  omwikkelt heeft met een stuk gevonden plastiek, dat hem dient tot kledij, en die als een belachelijke romeinse senator door de straten hinkebeent, de straten waar hij geen medelijden ontmoet.

Maar deze beelden van armoede zullen ons blijven achtervolgen als een nachtmerrie, die geen ontwaken kent, gedurende heel onze tocht door het landschap van Peru. We vertrekken uit de heksenketel van de hoofdstad en reizen ons doel tegemoet.

Het landschap van Peru is mooi, buitengewoon mooi. De indrukwekkende bergketens van de Andes verrijzen voor het oog als monumenten van goddelijke bouwkunst, steeds afwisselend, steeds anders, steeds verrassend nieuw. Ruwe roodbruine rotsen, die zich eindeloos de hoogte inwerpen, naast lieflijke groenende valleien, waar de bergbeken hun oude, vergeten lied blijven zingen.

De dorre hoogvlakten, op 4000 of 5000 meter hoogte, waar alleen de lama nog wat schraal voedsel vindt, het harde punagras, dat steekt als doornen. Kleine dorpen, met een bevolking die leven moet zoals onze voorouders eens  leefden in de vroege Middeleeuwen: een beetje zelf verbouwd voedsel, en de oogst is helemaal afhankelijk van de weersomstandigheden. Hongersnood is geen vreemd woord in Peru, en menig maal zagen wij de mensen wilde kruiden verzamelen op de bergen, daar de reserves waren uitgeput. En dan de afdaling na 8 uur reizen naar de stad Ayacucho, het doel van onze trektocht.

Ayacucho, in vertaling de hoek der doden, was voor de Spaanse overheersing een klein gehucht, maar met een grote betekenis, want daar werden oudtijds de belangrijke leiders en aanvoerders van de oude Waricultuur begraven. De bewoners van de stad waren dus de bewakers en de behoeders der doden. Toen de Inca aan de macht kwam maakte hij deze plek tot een belangrijke pleisterplaats en werd ze door hen Huamanga, de stad van de valk genoemd. De valk staat als symbool van de Incaveroveraar Pachacutec, die de hele streek ombouwde tot een strategische militaire basis om snel te kunnen ageren en soldaten uit te zenden in zijn onmetelijke rijk. De Spaanse conquistadores hebben de stad met geweld ingenomen en deze helemaal tot een spaanse stad verbouwd, zonder enige eerbied voor wat ze vonden, gezien alles in hun ogen “heidens” en dus te vernietigen was. Ayacucho ligt in een klein dal tussen de massieve bergketens, die elkaar op deze plaats snijden. De stad ligt op ongeveer 2600 m boven de zeespiegel en voor ons, mensen het platte Vlaanderen, is de lucht er iel, wat tot gevolg heeft dat we snel buiten adem en draaierig zijn. De stad heeft lange tijd het nieuws gehaald, maar daar we overspoeld worden met berichten, en wij kort van memorie zijn, is de stad en haar gewelddadige geschiedenis hier in België totaal vergeten. “Sendero Luminoso”, “Het lichtend pad” opereerde juist in deze streek en verduisterde de harten en de levens van de inwoners. Maoïstische strijders noemden zij zichzelf, maar er is geen betere beschrijving te vinden dan het woord: “terroristen”, zoals ze ook door de bevolking werden betiteld. Meer dan 8 jaar hebben de mensen geleden onder dit brute geweld, dat dan weer door de militairen met nog bruter geweld werd beantwoord. Nachtelijke inbraken, waarbij de mannen of jongens door de senderos werden ontvoerd, want ze hadden mankracht nodig. De keuze was erg eenvoudig: of je gaat met ons mee, of we fusilleren jou ter plaatse, wat dan ook menigmaal gebeurde. Elke morgen lagen lijken in de straten, aangevreten door de straathonden en soms onherkenbaar verminkt door martelingen. Kinderen werden dagelijks geconfronteerd met gruweltaferelen en niemand voelde zich ook maar ergens veilig.

 

Toen president Fujimori het heft in handen nam, wist hij de kopstukken veilig op te bergen en het land rust te schenken, maar de wonden in de harten zijn diep en de psychologische gevolgen tot op heden voelbaar. Het klimaat is een klimaat van wantrouwen en angst, die zich dan weer uit in gewelddadigheid binnen in de huisgezinnen en in elke menselijke relatie. Deze vicieuze cirkel kan alleen doorbroken worden door een geduldige tederheid.

Daarnaast werd de stad in dezelfde jaren overspoeld door massa’s vluchtelingen uit de dorpen, die een beetje veiligheid en bescherming kwamen zoeken in en rond de stad, zodat de stad lijkt op een ontplofte paddestoel, met  huizen, of liever krotten op alle mogelijke en onmogelijke plaatsen rond de stad. Het is net of de bergen in het rond met een giftige schimmel bedekt zijn. Deze arme boerenbevolking, die allen meestal alleen Quechua spreken, kwam terecht in een voor hen nog catastrofaler toestand, gezien er geen werkgelegenheid is in de stad, er is zelfs geen enkele fabriek te vinden. De meesten zijn dus aangewezen op huisvlijt en verdienen met moeite de dagelijkse korst van hun brood. Voor vele kinderen is deze toestand dus een regelrechte ramp: of ze moeten werken vanaf hun prilste jeugd –ik heb kinderen van 5 jaar zware vrachten zien rondzeulen- of ze komen terecht bij een zogeheten “oom of tante”, die hen dan op allerhande manieren uitbuit, mishandelt en hen in de drug of prostitutie wereld binnenleidt.

 

Daarnaast is de streek van Ayacucho één van de armste en meest vergeten gebieden van Peru. Zoals ik al vermeld heb is er geen industrie, en zelfs de watervoorziening is gebrekkig en onvoldoende. Vele maanden in de loop van een jaar is er maar 1 uur water beschikbaar, voor wie het kan betalen natuurlijk, en u kunt zich dus de hygiënische toestanden zelf wel voorstellen. Ongewassen kinderen, met schurft op handen en voeten vallen niet eens meer op.

Als gevolg van het terrorisme, waar de wereldpers niet zo heeft over gesproken als ze nu doet, zijn er in de stad een groot aantal moeders met vaderloze kinderen, kinderen zonder ouders of kinderen waarvoor de ouders niet in staat zijn te zorgen, en deze kinderen leven op de straat. Ze slapen onder of liever in kartonnen dozen, ze zijn gekleed met lappen of met kleren waar meer gat dan textiel te zien is, en ze leven van wat ze vinden kunnen.

Geraakt door het woord van onze Heiland: “wat gij aan één van de minsten der mijnen hebt gedaan, hebt gij aan Mij gedaan”, een woord dat als een hamer klopt aan de deur van elk christelijk hart, en geraakt door de vele verhalen uit de levens der Heiligen. Denken wij maar aan Martinus, die nadat hij zijn mantel in twee had verdeeld en die er in de ogen van zijn kameraden uitzag als een circusclown, in de nacht een visioen had waarin de Heer hem verscheen, de Heer, bekleed met het stuk rode mantel, die tot de engelen sprak: Martinus heeft mij met dit kleed bekleed. En aan Joannes de barmhartige, die de armen zijn “meesters” noemde en aan de man die een arme voor de kerkpoort zag bedelen en toen hij hem een rijke aalmoes gaf, Christus de hand zag uitsteken om de munt te ontvangen. Geraakt door deze vele voorbeelden en aanmaningen hebben wij het waagstuk aanvaard deze arme kinderen, deze arme vrouwen, deze arme zieken te helpen.

Hoe het was

Hoe het werd

Het begon allemaal zeer klein. Een jonge Peruaan, die drie jaar in ons midden vertoefde en die wij hebben begeleid, keerde naar Peru terug, naar zijn geboorteplaats Ayacucho om er te beginnen met een klein tehuis voor de meest schrijnende gevallen onder de straatkinderen van de stad. Er werd een terrein aangekocht enkele kilometers buiten de stad, in de vrije natuur en daar werd het huis gebouwd. Er werd een NGO CONAF opgericht met enkele professionelen die wilden meewerken aan onze droom voor een klein stukje paradijs onder de brandende zon van armoede. Onder de eerste kinderen die opgevangen werden waren Michel en Ruben. Michel, onder de hoede van een alcoholische moeder, die hem de straat opstuurde om geld te verdienen door allerhande toneeltjes op te voeren. Telkens hij thuis kwam was zij ontevreden, want het bijeengeraapte geld was niet voldoende om aan haar drankzucht te voldoen, met als gevolg dat hij geslagen werd met de chicote, een drieledige zweep. Op een nacht kwam hij helemaal bebloed bij ons aankloppen en smeekte huilend en wenend om hulp. Sindsdien is hij bij ons gebleven en nu leert hij het vak van beeldhouwer in Piedra de Huamanga, een soort albast. Ruben is doofstom. Het verhaal van deze jongen is nog schrijnender. Als kind van twee jaar was hij de ooggetuige van de moord op zijn vader door de senderos. Gebonden op de rug van zijn moeder, gewikkeld in de manta zoals alle vrouwen daar hun kinderen met zich meedragen, moest hij toezien hoe zijn vader, een schoolmeester, geslagen en dood geschoten werd. Dit bevredigde de bloeddorst ven deze mannen niet, en ook zijn moeder werd door het hoofd geschoten en viel op de grond, met het kind nog steeds op haar rug. Meer dan acht uur bleef het huilende kind vastgebonden aan zijn moeder, want niemand van de dorpelingen waagde het om het te helpen uit vrees voor represailles. Toen dan de avond gevallen was, werd het kind bevrijd van het koude en gesteven lijk van zijn moeder, en sindsdien is hij doof en stom.

Nu worden er 9 jongens, waarvan twee doofstom, opgevangen in het tehuis, en allen hebben een even afgrijselijke geschiedenis.

Daarnaast gaat onze zorg uit naar de gehandicapte kinderen, die veelal aan hun lot worden overgelaten en voor wie geen enkele verzorging bestaat. In de armoedige omstandigheden waarin de moeder, of de ouders moeten leven, is een dergelijk kind een last en een kost, die zij veelal niet kunnen dragen. Vandaar dat ze buiten hun eventuele voeding op geen aandacht nog verzorging kunnen rekenen. Onze ploeg neemt bijgevolg alle medische zorgen op zich en tevens alle fysiotherapie en zo mogelijk krijgen deze kinderen ook onderwijs.

Nu we het hebben over het onderwijs. School lopen is in Peru voor de armen een luxe. Ten eerste dienen ze het inschrijvingsgeld te betalen, daarnaast moeten ze al het schoolmateriaal aankopen en uiteindelijk ook nog het uniform. Zware kosten voor huisvaders die, als het economisch goed gaat, 150 BF of 3,72€ per dag verdienen. Om de inschrijving te betalen moeten ze bijgevolg vier dagen werken, en vier dagen niet eten en drinken, want deze belachelijke som volstaat nauwelijks om in het dagelijks vleesloos rantsoen te voorzien. Daarenboven is het interessanter als de kinderen werken, al is het voor een hongerloon, dat verlicht dan tenminste de familiale druk. Daar onderwijs een noodzakelijkheid is om een toekomst te kunnen uitbouwen, kopen wij het schoolgerief aan voor meer dan 1000 kinderen. Potloden en kleurpotloden, stiften, lat en passer en schriften en voor een groot deel van hen wordt ook het inschrijvingsgeld betaald. Dit doen wij voor de armste kinderen van de stad en voor het dorp Casaorcco en de buitenwijk Alto Peru.

Daarnaast wordt ook bijscholing gegeven, opdat de kinderen, die al ondervoed en dus niet tot echt studeren in staat zijn, toch resultaten zouden behalen, die op zijn minst bevredigend zijn. Om het voor hen aantrekkelijk te maken hebben we computers uit België meegevoerd, waar ze met verbaasd enthousiasme hun huistaak en herhalingsles kunnen op oefenen. Natuurlijk is het elk om beurt, want we hebben maar 4 machientjes. Daarnaast worden nog allerhande activiteiten gepland met de kinderen: sport en spel en wedstrijden in tekenen en verhalen vertellen, zingen en acteren, vliegers maken, enz...

Tijdens mijn eerste reis naar Peru werd ik geconfronteerd met een gebeurtenis, die mij nog steeds de haren te berge doen rijzen. Laat in de avond wordt op de deur geklopt en daar staan twee huilende vrouwen, die met bijbelse gebaren smeken dat ik met hen mee zou gaan naar het ziekenhuis om te bidden voor een stervende jongen. Aangekomen in het hospitaal word ik gebracht naar een kamer waar een jongeman van 20 ligt te ijlen en te zieltogen. Na gebeden te hebben, komen bij mij de vragen los: wat scheelt die jongen? Hij is door een spin gebeten. En kan er dan niets meer gedaan worden? Natuurlijk wel, een bloedtransfusie en hij is gered. Waar wacht men dan op? De vader heeft geen geld. In het hoekje van de kamer zat een oude man, gelaten, met gebogen hoofd, te wachten op het sterven van zijn oudste zoon, want hij had geen geld om te betalen. Ik liet de dokter roepen en nogal nerveus vroeg ik hem hoe het zat met de eed van Hippocrates en met zijn eigen hart. Hard werd er geantwoord: geen geld, geen verzorging. En daarmee ging hij de kamer uit.

En deze toestand herhaalt zich niet alleen dagelijks, maar vele keren per dag. Zieke moeders, zieke kinderen, zieke ouden van dagen of zieke adolescenten… er komt alleen hulp nadat het geld op tafel is gelegd. En deze wet is onverbiddelijk en kent geen uitzonderingen. Medelijden is te kostbaar in Peru, en bijgevolg duwt men dit edele gevoel weg en onderwerpt zich aan de afgoderij van de economie. En als men dan de beurs heeft omgekeerd tot de laatste cent en men de dokter kan betalen, en men nog nergens, want dan komt de verschrikking van de medicijnen aan de beurt. Hoevelen zien in machteloze woede hun geliefden voor hun ogen sterven door gebrek aan zorgen en pillen.

Hartverscheurende toestanden. En geen enkel project dat eigenlijk daarmee bezig is. Voortdurend kwamen er telefoons of wij die vrouw, dat kind niet konden helpen. Ook uit de dorpen rondom Yanama, zo heet de berg waar wij wonen, worden menigmaal noodkreten uitgezonden. Er werd dus een fonds gemaakt voor geneeskundige zorgen  en een apotheek werd ingericht. Talrijke operaties hebben wij reeds bekostigd, talloze onderzoeken betaald en velen van een dreigende dood of definitieve handicap gered. De geneesmiddelen worden gratis verstrekt aan al wie ze nodig heeft en worden aangekocht bij Orbifarma in Antwerpen. Een verpleegster staat ter beschikking van de zieken. Zij begeleidt hen naar het ziekenhuis of de dokter, zij verstrekt de medicijnen en gaat desnoods mee naar Lima, als de ziekte enige moeilijkheidsgraad heeft en deze in Ayacucho zelf niet behandeld kan worden.

Om de inkomsten van de vrouwen met kinderlast wat te verhogen, en in sommige gevallen is dit hun enige bron van inkomsten, werden ateliers opgericht met verschillende Clubes de madres. Daarbij leren de vrouwen spinnen, verven, weven of borduren, naar gelang elks vaardigheden. De afgewerkte producten worden op een eerlijke en rechtvaardige manier door ons aangekocht, en wij leveren reeds de grondstoffen, en worden dan hier in België van hand tot hand verkocht om het project draaiende te houden. Enkele jongeren specialiseren zich in het tapijt weven en na enkele jaren is hun beroepskunde gestegen tot een hoog niveau. Daarnaast wordt aan de vrouwen kookles gegeven, waarbij zij leren omgaan met eigen streekproducten en waarbij gelet wordt op de waarde van het voedsel om zo hun eigen kinderen van de problemen van de ondervoeding te vrijwaren. De basisproducten worden gekweekt op het terrein dat wij aangekocht hebben buiten te stad en worden gratis ter beschikking gesteld voor deze kooklessen. Zo leren ze tevens hun voeding te variëren met eenvoudige middelen. Deze lessen zijn uitgegroeid tot kleine feesten, waarbij jong en oud, moeders en kinderen, na verrichte kookarbeid samen smullen bij uitbundig gepraat en gezang.

Daarenboven proberen we enkele agrarische projecten op poten te zetten met het doel tot een autofinanciering te komen in de toekomst. Er werden visvijvers aangelegd, waarin een begin werd gemaakt met het kweken van forel. Jammerlijk genoeg kwam er venijn in het water, dat van boven de berg komt, terecht en stierven in 15 minuten alle vissen. Daarom moet nu een labo opgericht worden om het water onder voortdurende controle te houden.

Er werden twee hectaren vijgcactussen geplant, maar het moeten er uiteindelijk 15 worden om de lonen te kunnen betalen van de mensen die er werken. Wat in het begin allemaal vrijwilligerswerk was, is nu zodanig gegroeid en uitgedeind dat de staf van Peruanen wel verplicht is zich volledig te wijden aan deze projecten.

Er is tevens een grote moestuin, die moet voorzien in de groenten voor de kinderen van het tehuis, en tevens voor de kooklessen van de madres.

Wij hopen een koeienstal te kunnen inrichten, met Jersey-koeien, om in de melk te voorzien en tevens om de melk ter beschikking te stellen van de allerarmste gezinnen. Eén liter melk kost in Ayacucho evenveel als hier, en yoghurt is helemaal niet te betalen. Waarom Jerseys? Deze koeien eten weinig en geven veel melk. Groenvoer is immers een probleem in Ayacucho, gezien het in de streek negen maanden niet regent en er alleen wat alfalfa gekweekt kan worden.

En het laatste detail: Kerstmis is voor alle mensen een heerlijk feest, maar zeker voor de kinderen. Eigenlijk zouden we kunnen stellen dat deze dag bij uitstek het feest is van het kind, want als Kind werd voor ons geboren Hij, die God is voor alle eeuwen. Speelgoed, een geschenk, woorden den begrippen die voor ons alledaags zijn en bijna hun diepe betekenis hebben verloren, maar voor die arme jongens en meisjes van Ayacucho een droom, veelal een onbereikbare droom, die ze zichzelf ’s morgens zelfs niet durven bekennen. Vreugde schenken aan een kinderhart is een onvergetelijke gebeurtenis. Reeds jaren wordt aan een steeds groeiend aantal kinderen met Kerstmis, tijdens een feest waar ook de lichamelijke mens wordt versterkt, een pop, een treintje, een auto, enz. gegeven. Het ongeloof dat ook zij iets hebben gekregen, zomaar gekregen, de blijdschap die uit hun ogen en hun hele wezen straalt, de trots waarmee zij hun cadeau aan ouders en vriendjes tonen, zijn onbeschrijfelijk. Er is zelfs een meisje van tien dat de pop, haar eerste pop van haar leven, in een plastiekzak gewikkeld heeft en opgehangen aan de muur, uit angst dat haar pop zou vuil worden of zoek raken. Het gejuich is oorverdovend, de kinderen weten met hun gevoelens geen raad, en velen huilen, niet van verdriet maar van blijdschap.

Dit was een kort overzicht van de vele werkzaamheden waarmee onze groep geconfronteerd wordt, maar die ze met veel vuur en fris enthousiasme steeds weer weten te volbrengen. Het is misschien, in het oog van velen, maar een drupje drinkbaar water in de zilte oceaan van de ellende, maar de Heer zelf noemt zich de Goede Herder, die op zoek gaat naar één verloren lammetje.


Dank u voor uw welwillende aandacht.

 

 

Voor meer info kan u zich steeds wenden tot:

Archimandriet Thomas

Rousdammestraat 1

B 8600 Pervijze

Telefax: 00 32 51 55 54 95

of: mail Vader Thomas Terug naar begin pagina

 

 
© copyright 2003 - Broederschap Aartsbisschop Joan - alle rechten voorbehouden