Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar.
Kerk Pervijze
schild Broederschap Vladyko Joan schild
Kerk Yanama
Webwinkel   Sitemap | U bent hier >Orthodoxalia > Heiligen Per Dag > 15 november
15 november
Vladyko Joan
Gurias, Samonas en Abibos

Eveneens op deze dag:
Herman Van Alaska
Paisius Velichkovsky


boxen

Gurias, Samonas en Abibos van Edessa

 

 

Gurias en Samonas waren prominente burgers van Edessa. Tijdens een van de Christenvervolgingen, verborgen zij zich buiten de stad en leefden in vasten en gebed, terwijl ze de ware gelovigen bemoedigden die hen kwamen opzoeken. Ze werden echter gevangen genomen en voor de rechter geleid, die hen met de dood bedreigde, indien zij zich niet aan de keizerlijke wet onderwierpen, die het vereren van afgoden oplegde. De martelaren van Christus antwoordden hem: “Als wij ons onderwerpen aan het keizerlijke decreet, zullen we omkomen, ook als gij ons niet doodt, maar ons laat leven.”
Na wreedaardige martelingen werden ze in de gevangenis geworpen, waar ze van 1 augustus tot 10 november in honger, pijn en duisternis verbleven. Vervolgens werden ze naar buiten gebracht en opnieuw gefolterd. Omdat ze het Christelijk Geloof echter trouw bleven, werden ze ter dood veroordeeld en onthoofd in het jaar 322, tijdens de regering van de sluwe Keizer Licinius.
Later werd ook Abibos, een diaken uit Edessa, gemarteld omwille van Christus en gaf hij zijn geest aan God te midden van vlammen. Zijn moeder nam het lichaam van haar zoon, dat echter op wonderlijk wijze intact was gebleven, uit het smeulende vuur en begroef het in een graf, met de relieken van Gurias en Samonas.
Toen de vervolging uitdoofde, bouwden Christenen een kerk ter ere van Gurias, Samonas en Abibos en plaatsen hun wonderwerkende relieken in een gemeenschappelijk schrijn. Van de talloze wonderen, die door deze heiligen werden verricht, is dit ongetwijfeld een erg opvallend wonder: Een weduwe in Edessa had een jonge dochter, die van plan was een Gothische soldaat uit het Griekse leger te huwen. Omdat de moeder voor de veiligheid van haar dochter vreesde, als zij zo ver van huis ging wonen, zwoer de man God op het graf van de drie martelaren dat hij het meisje geen kwaad zou berokkenen, maar haar tot wettige echtgenote zou nemen. Hij had inmiddels ook al gezworen dat hij nog niet gehuwd was. In werkelijkheid had hij echter reeds een vrouw en toen hij het meisje meenam naar zijn land, hield hij haar niet als zijn vrouw, maar als zijn slavin, tot zijn wettige echtgenote stierf. Met zijn familie gooide hij het op een akkoordje zijn slavin levend met zijn dode vrouw te begraven. In tranen bad het meisje tot de drie martelaren om haar te redden. Ze verschenen haar en namen haar in een oogwenk uit het land der Gothen mee naar hun kerk in Edessa. De volgende dag, toen de kerk werd geopend, vond men het jonge meisje bij de relieken van Gods heiligen en vernam men haar wonderlijke bevrijding.

 

 

Troparion t.5

 

De wonderen van uw Heilige Martelaren * hebt Gij ons geschonken als een onoverwinnelijke muur. * Verstrooi, Christus God, door hun gebeden * alle aanslagen van de vijand. * bevrijd ons uit alle nood, ** want Gij alleen zijt goed en menslievend.

 

 

Naar begin pagina

 

 
© copyright 2003 - Broederschap Aartsbisschop Joan - alle rechten voorbehouden