Probus, Tarachus en Andronicus
Deze drie martelaren werden eerst in Tarsus, later in Mopsuestia en in Anazarbus veelvuldig gemarteld onder de regeringen van Keizer Diocletianus en Maximianus. Ze srierven tenslotte in de arena van Anazarbus, waar de wilde dieren hen weigerden kwaad te doen. De drie dapperen werd dan koelbloedig afgemaakt. Uit de uitvoerige en gedetailleerde akten blijkt hoe wreedaardig de martelingen waren, maar ook hoe ongebroken moed van de Belijders was.
Hun dode lichamen werden bewaakt, maar een geweldig noodweer in het nachtelijke duister boden aan drie Christenen de kans om de relieken mee te nemen en in een grot te begraven.
Kondakion t.2
De heerlijkheid der Drie-Eenheid * werd openbaar in de Drie Martelaren Andronicus, Probus en Tarachus, * want door hun geloof hebben zij het goddeloos bedrog van de tirannie zichtbaar gemaakt, ** toen zij hun bloed voor Christus vergoten.
|