Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar.
Kerk Pervijze
schild Broederschap Vladyko Joan schild
Kerk Yanama
Webwinkel   Sitemap | U bent hier >Orthodoxalia > Heiligen Per Dag > 20 september
20 september
Vladyko Joan
Eustathius, Theopista, Agapius en Theopistus

Eveneens op deze dag:
Nafeest Kruisverheffing


boxen

Eustathius, Theopista, Agapius en Theopistus

 

 

Eustathius was een befaamd Romeins generaal tijdens de regering van keizer Titus en Trajanus. Ofschoon hij ongelovig was, was Placidus (dit was zijn naam in de wereld) een rechtschapen en eerlijk man. Tijdens een jachtpartij achtervolgde hij op een dag een mannetjeshert. Door Gods Voorzienigheid verscheen er tussen het gewei van het hert een kruis en de stem van de Heer maande Placidus aan een Christelijke priester op te zoeken en zich te laten dopen. Zo geschiedde: Placidus liet zich, samen met zijn vrouw en hun twee zonen, dopen. Hij ontving de naam ‘Eustathius’, zijn vrouw ‘Theopiste’ (d.i. trouw aan God) en hun zonen ‘Agapitus’ en ‘Theopistus’. Na zijn doopsel keerde hij terug naar de plek, waar hij de openbaring met het hert had beleefd en, neerknielend, dankte hij God dat Hij hem tot de Waarheid had geleid. Op dat ogenblik voorzegde de Heer hem dat hij zou lijden omwille van Zijn naam en bemoedigde hem. In het geheim vertrok Eustathius met zijn gezin naar Rome om er zich te verbergen tussen eenvoudige mensen en er in een nederige en onbekende omgeving God te dienen. Aangekomen in Egypte werd hij echter meteen beproefd. Een boosaardige vreemdeling ontvoerde zijn vrouw, terwijl zijn beide zonen door wilde dieren werden meegesleurd. De vreemde ontvoerder verloor kort daarna zijn leven en de zonen werden door herders gered uit de klauwen van de wilde dieren. Eustathius vestigde zich in het Egyptische dorp Vadisis en leefde er 15 jaar lang als loonarbeider. Dan werd het Romeinse Rijk door buitenlanders aangevallen en Keizer Trajanus betreurde het gemis van de dappere Generaal Placidus, die bij elk gevecht de overwinning behaalde. De keizer zond twee officieren uit om de grote bevelhebber in het Rijk op te sporen. Opnieuw leidde Gods Voorzienigheid deze officieren (ooit gezellen van Eustathius) naar Vadisis, waar ze Eustathius aantroffen, die ze naar de keizer brachten. Eustathius stelde een leger samen en vernederde de vijand. Op zijn terugtocht naar Rome ontmoette Eustathius zijn vrouw en hun beide zonen en werd het gezin weer herenigd. Ondertussen was Keizer Trajanus gestorven en zat Keizer Hadrianus op de troon. Toen Keizer Hadrianus Generaal Eustathius verzocht de afgoden een dankoffer te brengen, weigerde hij en verklaarde hij dat hij Christen was. De keizer veroordeelde het volledige gezin tot de marteldood. Ze werden voor de wilde beesten geworpen, maar deze deden hun geen kwaad. Vervolgens werden ze in een roodgloeiende metalen os gegooid. Slechts na 3 dagen werden hun dode lichamen verwijderd, maar het vuur had hen niet vernietigd. Zo schonk deze eerbiedwaardige gezagsdrager “de keizer wat des keizers is, en Gode wat Gods is.” (Luk. 20,25). Hij nam, met zijn gezin, zijn intrek in het Eeuwige Koninkrijk van Christus onze God tijdens het jaar 118.

 

Troparion t.2

 

Het Lijden van Christus hebt gij nagevolgd, * Zalige Eustatius, * en begerig hebt gij Zijn Kelk gedronken. * Daardoor hebt gij deel gekregen aan de Heerlijkheid * van Hem Die God van allen is, * door de kracht die gij vanuit den Hoge ontvangen hebt.

 

 

Naar begin pagina

 

 
© copyright 2003 - Broederschap Aartsbisschop Joan - alle rechten voorbehouden