Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar.
Kerk Pervijze
schild Broederschap Vladyko Joan schild
Kerk Yanama
Webwinkel   Sitemap | U bent hier >Orthodoxalia > Heiligen Per Dag > 14 maart
14 maart
Vladyko Joan
Heilige Benedictus


boxen

Benedictus van Nursia

 

 

Hij wordt beschouwd als de grondlegger van het Westerse monnikendom en van de Europsese cultuur.

Rond 480 werd hij in Nursia (Umbrië) geboren in een invloedrijk en kapitaalkrachtig gezin. Europa kende een rampzalige tijd: de samenleving was uit elkaar gevallen, de Kerk was door ketterijen verscheurd en werd door intern wangedrag geminacht, het eens zo gevierde monnikendom taande weg. Noord-Europa was nog ongelovig, terwijl Zuid-Europa en Afrika een immense volksverhuizing kende, die een ongekende vervolging met zich meebracht.

In deze donkere tijd verschijnt een licht, Benedictus: deze ene kluizenaar zou het geestelijk krachtcentrum worden, dat de komende eeuwen een weldadige invloed zou uitoefenen over geheel Europa.

Na zijn studies te Rome, keert hij niet naar Nursia terug, maar vestigt hij zich, met zijn trouwe voedster, in Effida, waar een religieuze gemeenschap woont. Daar gebeurt ook het eerste wonder: als zijn voedster-huishoudster een kostbare, stenen zeef breekt, die ze van de buurvrouw had geleend, herstelt Benedictus deze door zijn innig gebed, gefundeerd op zijn diep geloof en grenzeloos vertrouw in God. Dit voorval bezorgt hem flink wat aandacht en bekendheid, die nefast kunnen zijn voor iemand, die een geestelijk leven nastreeft. Gehoorzaam aan de Woestijnvaders, ontvlucht hij daarom heimelijk Effidia en trekt hij noordwaarts naar Subiaco, waar de Arnio-rivier een diepe ravijn heeft gesneden door de berg. Gedurende 3 jaar leeft Benedictus in een ontoegankelijke grot, terwijl hij bevoorraad wordt door Romanos, een monnik uit een naburig klooster, die zijn opgespaarde brood en wat resten uit de keuken aan een touw laat zakken tot voor de ingang van de grot. Benedictus brengt zijn dagen door in intens gebed en meditatie, waarbij hij vaak alle notie van tijd verliest.

Herders ontdekken hem bij toeval, waardoor al spoedig velen hem komen opzoeken, om hem wat voedsel te brengen of een opbouwend woord uit zijn mond te horen. Zijn naam en faam verspreidt zich bijzonder snel en volgelingen dringen aan om een eigen gemeenschap op te richten. Zoekend en vechtend tegen de lof en de jaloersheid komt hij tot het besluit een klooster naar de regel van Basilios de Grote te stichten op de strategische Monte Cassino, waar zich, behalve een Romeins fort, ook een tempel van Apollo situeert. Met hulp van de boeren uit de dorpen in de buurt bouwt hij er een geestelijk centrum uit met een kerk, een refter, werkruimten en slaapzalen en een heuse boerderij. De ijzeren gestrengheid van het kluizenaarsleven heeft plaats gemaakt voor een kloosterleven, dat gebaseerd is op de liefde tot Christus en tot elkaar. Benedictus is 50 jaar oud en zijn buitengewone begaafdheid helpt hem zijn ideaal vorm geven. Onontwikkelde Gothen en verfijnde Romeinen bouwen eendrachtig aan zijn kloostercomplex. Zijn geestelijke ervaringen en rijpe wijsheid schrijft hij op in zijn ‘Regula’, een boekje, dat het fundament zou worden voor het Westerse monnikendom, voor het staatkundig leven van de Middeleeuwen en voor de Europese beschaving, die de teloorgegane Romeinse cultuur zou opvolgen.

Op het einde van zijn leven ontmoet hij zijn zuster Scholastica, die ook het kloosterleven had omhelsd. Naar jaarlijkse gewoonte, kwam zij bij hem op bezoek in het gastenverblijf, gebouwd aan de voet van de steile Cassino-berg, waarop het klooster lag. Toen Benedictus ’s avonds plichtsgetrouw naar het klooster wilde terugkeren, smeekte Scholastica bij haar te blijven. Toen Benedictus hierop weigerde in te gaan, bad zijn zuster tot God, waarop ogenblikkelijk een wolkbreuk losbarstte, die het verlaten van woningen onmogelijk maakte. Samen brachten ze, in wederzijdse liefde van broer en zus, de nacht door. Nauwelijks in haar klooster teruggekeerd, stierf Scholastica. Kort daarna werd ook Benedictus ziek. Met zijn laatste krachten werd hij naar de kapel gebracht, waar hij de Communie ontving. Hij liet zich door zijn broeders overeind houden. Met opgeheven handen biddend, gaf hij de geest in het jaar 547. Sommige bronnen vermelden 543 als zijn sterfjaar.

 

 

 

Troparion t.8

 

In u, o Vader, werd Gods evenbeeld weer duidelijk zichtbaar voor ons, * toen gij om Christus na te volgen Zijn Kruis hebt opgenomen. * Uw voorbeeld leert ons het vergankelijke vlees gering te achten, * maar onze zorg te richten op onze ziel die onsterfelijk is. * Daarom verheugt zich uw geest met de Engelen, ** heilige Vader Benedictus.

 

Troparion t.1

 

Door de moeiten van uw ascese * hebt gij de waarheid van uw naam doen zien, * Goddragende Benedictus, die ‘de Gezegende’ heet, * want vele vruchten van zegening hebt gij doen rijpen. * Gij zijt het voorbeeld, de levende Regel, * voor wie vurig uw leven navolgen, * en zij roepen in eendrachtige liefde: * “Ere zij Hem, Die u die kracht heeft geschonken. * Ere zij Hem, Die u gekroond heeft. ** Ere zij Hem, Die door u aan ons genezing schenkt. –

 

 

Kondakion t.8

 

Gij waart een kandelaar voor het licht, dat uit het Oosten kwam. * Gij zijt in het Westen de Leraar der monniken geweest, * die gij onderricht hebt zowel door uw leven als door uw woord. * Reinig door het geweldige werk van uw ascese * ons van het vuil van onze hartstochten, ** nu wij tot u zingen: “Verheug u, Vader Benedictus.”

 

Kondakion t.6

 

Gij waart rijk aan Goddelijke Genade * en uw daden hebben ons uw roeping getoond. * Door gebed en vasten hebt gij behaagd aan Christus God, * en gij waart vervuld met de Heilige Geest. * Gij hebt de zieken genezen * en de vijanden verdreven. * Wees voortdurend een beschermer van onze zielen, ** heilige Vader Benedictus.

 

 

Naar begin pagina

 

 
© copyright 2003 - Broederschap Aartsbisschop Joan - alle rechten voorbehouden