Joannes De Doper (Vinding Relieken)

From that time the venerable head was successively preserved by devout Christians, until the priest Eustathius (infected with the Arian heresy) came into possession of it. He beguiled a multitude of the infirm who had been healed by the holy head, ascribing their cures to the fact that it was in the possession of an Arian. When his blasphemy was uncovered, he was compelled to flee. After he buried the holy relic in a cave, near Emesa, the heretic intended to return later and use it for disseminating falsehood. God, however, did not permit this. Pious monks settled in the cave, and then a monastery arose at this place. In the year 452 St John the Baptist appeared to Archimandrite Marcellus of this monastery, and indicated where his head was hidden. This became celebrated as the Second Finding. The holy relic was transferred to Emesa, and later to Constantinople.
Vandaag worden de eerste en tweede vinding van Joannes’ afgehouwen hoofd herdacht.
Nadat Joannes onthoofd werd, werd zijn lichaam door zijn leerlingen begraven in Sebaste, een stad in Samaria. Het hoofd werd op een geheime plek in Herodes’ paleis verborgen, apart van het lichaam, want Herodias, Herodes’ onwettige vrouw, vreesde dat de profeet uit de dood zou opstaan. Haar dienstmeid was Joanna, de vrouw van Chuza, Herodes’ boodschapper. Deze vrome vrouw kon het niet verdragen dat het eerbiedwaardige hoofd van Joannes, de man Gods, op zo’n schandelijke plek begraven was. Daarom nam ze het ongezien mee naar Jeruzalem, waar ze het op de Olijfberg opnieuw begroef.
Daar werd het later door een monnik, Innocentius, ontdekt, toen hij, nadat hij de wereld had verlaten, een kluis wou bouwen op de Olijfberg. Bij het delven van de funderingen vond hij een vaas, waarin een schedel was verborgen. Een openbaring leerde hem dat deze schedel het hoofd van Joannes de Doper was. Hij vereerde de reliek en begroef het, net voor zijn dood, op dezelfde plaats. Zo gebeurde de eerste vinding van Joannes’ hoofd.
Toen raakte de Kerk in verval, de kluis en de verborgen schat raakten in de vergetelheid. Tijdens de dagen van Constantijn de Grote kwam de Kerk weer tot bloei en in die tijd verscheenJoannes de Doper tweemaal aan twee monniken, die op weg waren om in Jeruzalem de heilige plaatsen te vereren, en hij openbaarde hen de plaats, waar zijn hoofd begraven was. De beide monniken vonden de schedel en stopten deze in een zak van kameelhaar. Onderweg ontmoetten ze een pottenbakker en vroegen hem de zak te dragen. Onwetend over de inhoud van de zak, die hij droeg, vervolgde hij zijn weg, tot Joannes de Doper ook hem verscheen, hem vertelde wat hij bij zich droeg en hem opdroeg het gezelschap van de luie monniken te ontvluchten. De pottenbakker nam het kostbare reliek mee naar huis, waar hij het met eerbied vereerde. Toen hij zijn dood nabij wist, nam hij de schedel, legde deze in een waterkruik, die hij aan zijn zuster schonk.
Het werd naderhand meegenomen om op vele plaatsen vereerd te worden. Zo kwam het in handen van een Ariaanse priester, Eusthatius, die de wonderen toeschreef aan het feit dat de schedel in Ariaans bezit was. Toen echter de leugen aan het licht kwam, vluchtte de priester naar een grot, waar hij het hoofd in de aarde begroef. Daar werd het echter door Orthodoxe monniken gevonden, die er een kluis wilden bouwen. De grot groeide uit tot een klooster.
In 452 verscheen Joannes de Doper aan Archimandriet Marcellus, abt van het klooster, en wees hem de plaats aan waar de schedel begraven lag. Deze werd overgebracht naar de kathedraal. Tijdens de regering van de Keizerin Theodora en het patriarchaat van Patriarch Ignatius , gebeurde de translatie van Joannes’ schedel naar Constantinopel, waar er vele wonderen gebeurden.
Het is interessant en merkwaardig dat Joannes tijdens zijn leven geen wonderen verrichtte (Jo. 10,41), maar dat, na zijn dood, de relieken wel wonderwerkend zijn.
Vandaag rust de schedel in Amiens (Frankrijk).

Troparion t.4

Het Hoofd van de Voorloper, dat uit de aarde is opgestraald, * zendt stralen uit van onsterfelijkheid, * als een bron van genezing voor de gelovigen. * In den Hoge brengt het de scharen der Engelen bijeen, ** zoals het hier beneden het mensengeslacht tezamen roept om eenstemmig lof op te zenden tot Christus, onze God.

Kondakion t.2

Profeet van God en Voorloper der Genade, * wij hebben uw Hoofd in de aarde gevonden als een heilige roos. * Het schenkt ons voortdurend genezingen * en het verkondigt, zoals gij tijdens uw leven deed, ** bekering aan de wereld.