Charalampus van Magnesia
Charalampus was Bisschop van Magnesia, dicht bij Efeze. Hij was reeds 113 jaar oud, toen hij zwaar gemarteld werd tijdens de vervolging onder Keizer Septimus Severus. Toen hij geslagen en gevild werd, riep hij tot zijn beulen: “Ik dank u, broeders, dat gij mij ontdoet van de oude mens, en daardoor mijn ziel bekleedt met de nieuwe mens om het Eeuwige Leven binnen te gaan.”
Zijn onbeschrijfelijke moed en volharding en de vele wonderen, die tijdens de folteringen gebeurden, bekeerden vele toeschouwers, o.a. twee beulen, Porfyrius en Baptus, en ook de dochter van Keizer Severus, Galina.
De twee beulen werden tegelijkertijd met Charalampus in het jaar 202 onthoofd. Galina nam het lichaam van Charalampus en liet het met eerbied begraven.
Troparion t.4
Gij waart een onwankelbare zuil van Christus’ Kerk, * een steeds brandende lamp voor de wereld, * Wijze Charalampus. * Gij zijt in de wereld opgestraald door uw marteldood * en hebt het duister der afgoderij verdreven, Alzalige. * Bid daarom vrijmoedig tot Christus God, ** dat wij mogen worden gered.
Kondakion t.8
Als een ster zijt gij in het Oosten opgestraald * en gij hebt de gelovigen heerlijk verlicht * door de stralen van uw wonderen, * Hieromartelaar Charalampus, ** en wij eren daarom het lijden dat gij omwille van God hebt verduurd.
|