Theodorus Stratelates
Theodorus was afkomstig uit Euchaita (Klein-Azië). Hij was militair gouverneur van Heracleia aan de Zwarte Zee. Door zijn godsdienstig leven, zijn rechtvaardig bestuur en zijn mild optreden won hij het hart van de bewoners en leidde hij velen tot het Christendom.
Toen echter Licinius, de mederegent van Keizer Constantijn, dit vernam, kwam hij, tijdens het voorjaar van 319, zelf naar Heracleia en eiste dat Theodorus aan de afgoden zou offeren. Theodorus vroeg om hem zilveren en gouden afgodsbeelden te brengen, opdat hij ze op waardige wijze zou kunnen vereren. Hij nodigde de armen uit, sloeg de afgodsbeelden stuk en verdeelde de kostbare brokstukken onder de aanwezige noodlijdenden.
Voor deze moedige en uitzonderlijke belijdenis van het Geloof werd hij ontzettend gemarteld. Hij werd op de grond uiteengerekt, met ijzeren roeden gegeseld, over zijn gehele lichaam verbrand. Zijn ogen werden uitgestoken, waarna hij gekruisigd werd. Toen Licinius’ dienaren de volgende morgen zijn lijk kwamen halen om het in zee te werpen, vonden zij Theodorus tot hun grote verbazing levend en ongedeerd. Dit ontzagwekkende wonder bracht hen en vele andere getuigen tot het Christelijk Geloof. Licinius weigerde echter tot inzicht te komen en deed alles af als ‘tovenarij’.
Hierop werd Theodorus onthoofd. Zijn lijdensverhaal werd beschreven door zijnleerling Varus.
Vandaag vieren wij zijn hoofdfeest. De overbrenging van zijn relieken naar het landgoed van zijn voorouders te Euchaita ( op 8 juni 319), zoals hij dat, vóór zijn marteldood, aan Varus had gevraagd, wordt herdacht op 8 juni.
Troparion t.4
Gij waart groot in de ware krijgskunde * als een veldheer van de Koning van de Hemel. * Beschut door het pantser van het Geloof, * hebt gij de scharen der demonen overwonnen. * Gij hebt een grote zegepraal behaald, * Heilige Martelaar Theodorus. ** Daarom prijzen wij u zalig in geloof.
Kondakion t.2
In de hoge moed van uw ziel * hebt gij u gepantserd met geloof. * Het Woord van God was als een speer in uw hand * en daarmee hebt gij de vijand verwond, * doordat gij zelf geheel met wonden waart bedekt, * Roem der Martelaren, Theodorus. * Bid met hen allen tot Christus God ** om onze zielen te redden.
Kondakion t.4
Gij zijt een vorstelijk strijder van onze Verlosser, * die ons de hemelse gaven schenkt. * Door uw gebeden bij God komt gij ons te hulp, * die tot uw heilige tempel vluchten * en die met geloof bij u bescherming zoeken. * Daarom roepen wij tot u: ** “Bevrijd ons uit alle gevaren, Heilige Theodorus.”
|