Dorothea van Kasjin

Zij werd geboren in 1549.
Toen ze 12 jaar was, werd het land geteisterd door opstand, hongersnood, anarchie, de pest en vijandelijke invallen. Ze huwde een man, met wie zij een zoon kreeg en met wie ze te Kasjin woonde, een stad ten noorden van Moskou. Deze stad werd door de Polen verwoest in 1599, haar man sneuvelde op het slagveld.
Toen nesloot ze om binnen te treden in het klooster, maar ook dat was helemaal vernietigd. Daarom bouwde ze, zij het met grote moeite, een cel, waar ze haar ascetisch leven van gebed, vasten en waken begon. Onder het puin van de stad ontdekte ze de icoon van de Moeder Gods van Korsun, die later beroemd werd als wonderdadige icoon. Deze icoon bewaarde ze in haar cel.
Dorothea was een steun voor de zwaar beproefde mensen van de streek: ze bemoedigde en troostte hen, hielp waar ze kon en schonk hen, wat ze bezat.
Toen de zusters van het vernielde klooster terugkeerden, hoorden ze over Dorothea vertellen, die zelf al volgelingen had verzameld. Dorothea werd gevraagd om als abdis van het klooster te fungeren, maar dat weigerde ze. Ze verkoos een eenvoudige kloosterzuster te worden en te blijven, al waren haar werkluist, geduld, zelfopoffering en liefde tot God voorbeeldig.
In 1615 ontving zij het Grote Schima of Engelenschima. In 1629 ontsliep ze vredig in de Heer.

Troparion t.8

In u, o Moeder, werd duidelijk gered Gods evenbeeld, * want, nadat gij het Kruis aanvaard hebt om Christus na te volgen, * leerde gij door uw voorbeeld het vergankelijke vlees te verachten, * maar te zorgen voor de ziel, die onsterfelijk is. * Daarom, Heilige Moeder Dorothea, * verheugt zich uw geest met de Engelen.