Emilianus
Toen lector Marian en de diaken Jakobus uit Numidië met een opdracht op reis waren, kwamen ze door de stad Muguas, waar de Christenen fel werden vervolgd. Ze zagen er hoe Bisschoppen Agapius en Secundinus, die er reeds lang in ballingschap leefden, vreselijk werden gemarteld, terwijl een grote groep geboeide Christenen naar Cirta werd gebracht. Toen zij hen bemoedigden en troosten, werden ook zij gruwelijk gefolterd en met een verscheurd lichaam in de gevangenis werden gegooid. Daar werden ze getroost door een verkwikkend en hemels visioen. Later werden ze overgebracht naar een kamp in Lambessa (foto), waar veel gevangenen verbleven. Elke dag werden er velen omgebracht, maar dagelijks werden er echter meer aangevoerd, zodat er een groeiend plaatsgebrek was in de te kleine en verstikkende ruimten. Onder hen bevonden zich Emilianus, een 50-jarige soldaat, Tertulla en Antonia, twee gewijde maagden en een moeder met haar tweelingzonen. (Hun namen zijn ons onbekend.) Zij werden allemaal op één dag onthoofd.
|