Januarius en zijn Gezellen

Januarius was bisschop van Beneventum. Tijdens de vervolging onder Keizer Diocletianus werd de bisschop in het jaar 305 aan de zwaarste foltering onderworpen. Bij het zien van zijn standvastigheid maakt zijn diaken Faustus en de lector Desiderius zich ook als Christen bekend. Zij werden in Puteoli voor de wilde dieren geworpen, die hen echter niet wilden aanraken. Bij het aanschouwen van dit ongewone spektakel bekeerden zich nog anderen. Allen werden opnieuw gemarteld en tenslotte onthoofd. Onder hen bevonden zich ook Eutychius en Acutius en de diakens Socius en Proculus.

Van Januarius is het bloed bewaard gebleven, dat als een kostbare reliek in Napels wordt bewaard en dat tijdens de plechtige gedachtenisviering vaak vloeibaar wordt. Verschillende malen heeft de uitgedragen reliek de stad beschermd tegen de naderende lavastroom van de uitgebarsten Vesuvius.

Kondakion t.3

Gij waart getooid met de myronzalving van uw wijding * en met het bloed van uw martelaarschap, roemrijke Januarius en Theodorus, * en nu straalt gij over ons, juichend in den Hoge. * Bid voor ons die bijeen zijn voor uw gedachtenis * en die steeds weer tot u roepen : * “Behoed ons door uw gebeden tot God, de Menslievende.”